Cultuur

1 Algemeen

Kunsteducatie werkt vandaag de dag op basis van interactie en dialoog tussen kunst en publiek. Ze beoogt zowel het beleven van, het leren en praten over als het (her)creëren van kunst. Dit uitgangspunt veronderstelt dat de betekenissen van kunst niet vastliggen maar dat ze het voorwerp zijn van dialoog en dat het publiek reeds over bepaalde competenties, kennis en ervaring beschikt1 .

E-cultuur biedt veel mogelijkheden om deze dialoog gestalte te geven. De kunsteducator werkt niet alleen met het publiek dat fysiek participeert, maar zal zich ook tot de virtuele participant richten. Die virtuele dialoog kan verschillende vormen aannemen: het informeren over en situeren van kunst aan de hand van achtergrondinformatie, het aangaan van een dialoog met kunst aan de hand van commentaar, discussie en rijk contextmateriaal, zelf creatief aan de slag gaan. E-cultuur stimuleert en belicht het standpunt van het publiek. Feedback, interpretaties of hercreaties van deelnemers kunnen deel uitmaken van het programma of van het contextmateriaal rond een werk.2

2 E-leren in musea

‘Gamen in het museum’ is een fenomeen dat dan ook meer en meer voorkomt.
Veelal ‘saaie’ instanties beginnen volop gebruik te maken van wat de jeugd enorm aanspreekt : games. Het gaat uiteraard niet om de clichévoorbeelden van videospelletjes waarin geweervuur of crashende auto’s je score kunnen verhogen, maar om het scheppen van virtuele werelden waarin je historische of culturele kennis op een speelse manier kunt opdoen.
In juni 2007 verscheen daarover een mooi artikel van Chris Reinewald in Eos, het maandblad over wetenschap en technologie.
Een samenvatting van het artikel vind je hieronder in een slideshow en de originele powerpoint zie je hier.
De volledige artikelverwerking vind je op de pagina : Gamen in het museum

top

agnavanheeagnavanhee

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License